Wat zijn luizen en mijten? Het grootste verschil tussen luizen en mijten is het aantal poten wat ze hebben. Mijten zijn verwant aan de spin en heeft dan ook 8 poten, terwijl luizen er 6 hebben. Luizen zijn over het algemeen wat groter en daarom vaak wat makkelijker zichtbaar op of tussen de veren van het dier. Zowel luizen als mijten kunnen bij sierpluimvee problemen veroorzaken. Dieren kunnen bij een besmetting ernstig verzwakken.
Luizen- en mijtenbesmetting herkennen
Mijten en luizen zijn vaak lastig te ontdekken, maar wanneer dieren besmet zijn, vertonen ze vaak afwijkend gedrag. Door de dieren regelmatig te observeren, kun je daardoor soms al zien dat er iets mis is wat kan duiden op een besmetting met luizen of mijten. Door goede hygiëne en een behandeling kan het probleem sneller onder controle komen. Vogels kunnen heel algemene symptomen vertonen, zoals:
- Verminderde conditie;
- Slechte eetlust;
- Jeuk;
- Algemene onrust;
- Niet op stok willen gaan.
Luizen en mijten bestrijden
Behandel niet alleen het dier maar ook de omgeving met een geschikt product.
Beaphar Anti-Parasiet 150® spot-on voor vogels en knaagdieren is een diergeneesmiddel vrij van registratie, voor behandeling van externe parasieten (luizen en mijten), met als werkzame stof Ivermectine. Beaphar Anti-Parasiet 150® heeft een onmiddellijke werking en beschermt het dier 4 weken lang tegen externe parasieten.
Het is van groot belang om het verblijf regelmatig hygiënisch schoon te houden. De meeste luizen en mijten leggen eitjes, die zich in de kooi of volière ontwikkelen. Het regelmatig schoonmaken (zitstokken, tralies, speeltjes, voer- en drinkbakken enz.) en het verwijderen van bodemmateriaal, neemt een belangrijke bron van (her)besmettingen weg.
Behandel na het schoonmaken het verblijf met
Beaphar Anti-Ongediertespray®, eventueel achtergebleven larven of poppen die uitkomen worden zo ook nog een tijdje aangepakt. Haal de dieren, de drink- en voederbakjes uit de kooi en maak grondig schoon. Vernevel daarna de Beaphar Anti-Ongediertespray® op de zitstokken, de bodem en alle hoeken en spleten waar parasieten zich kunnen schuilhouden. Breng een tweede laag aan. Na de behandeling kunnen de dieren en de drink- en voederbakjes terug geplaatst worden. De behandeling kan na 5 dagen herhaald worden.
1. Behandel vogels en omgeving vlak voordat het donker wordt. Bloedluizen worden pas 's avonds en 's nachts actief. Zo worden de luizen het meest effectief aangepakt.
2. Denk aan de zitstokken. Naden en kieren bij voorkeur zoveel mogelijk afdichten en goed insprayen.
3. Zorg dat de ruimte waarin u de spray gebruikt goed geventileerd is, zodat het inademen van de spraynevel tot een minimum beperkt blijft.
4. Bij besmetting is het belangrijk dat u alle dieren behandelt. De dieren enkele dagen na behandeling niet laten baden.
5. Als het verblijf een zandbodem heeft, is het aan te raden deze op schopdiepte helemaal om te scheppen of het zand te vervangen.
